Sharon Bolton: ‘Ik zou doodsbang zijn voor Lacey Flint!’

Er is niets zo eng als de mens zelf. Onvoorspelbaar en ondoorgrondelijk. In Zielsgeheim jagen politieagente Lacey Flint en haar collega’s in hartje Londen op een seriemoordenaar die zich niet gemakkelijk laat grijpen. Is het een Jack the Ripper copy-cat of steekt er meer achter? Niets is wat het lijkt in het nieuwe boek van Sharon Bolton. ‘Hoe duisterder, hoe beter.’ Lizanne Croonen interviewde de schrijfster:

De legendarische Jack the Ripper vormt een inspiratie voor je nieuwe boek. Waar komt jouw fascinatie voor dit soort seriemoordenaars vandaan?
Ik ben opgegroeid in de buurt van Saddleworth Moor in de Pennines, een heuvelachtig gebied in het noorden van Engeland, dat grenst aan mijn geboortegrond Lancashire en Yorkshire. Het zal Nederlandse lezers misschien niet veel zeggen, maar in Engeland staan die heuvels synoniem voor de meest schrikbarende misdaden die we kennen. In de vroege zestiger jaren werden hier jonge kinderen ontvoerd, mishandeld, vermoord en begraven door de Moors Murderers: Ian Brady en Myra Hindley. Als kind voelde ik hoe deze vreselijke gebeurtenissen de gemeenschap, zelfs het hele land, in hun greep hielden. Ook al werd de moordenaar berecht en levenslang opgesloten, het verhaal leefde voort en sommige slachtoffers zijn tot op heden niet gevonden. Jaren later, in mijn tienerjaren, sloeg de Yorkshire Ripper keihard toe. Hij terroriseerde het noorden van Engeland en weerhield vrouwen ervan om hun huis uit te gaan. Het zou goed kunnen dat dit soort vroege blootstelling aan en de nabijheid van gewelddadigheden, mijn eigen fascinatie heeft gevoed.’

En wat maakt Jack the Ripper extra interessant?
‘Hij is degene die ermee weg is gekomen. Hij was gewiekst genoeg, maar misschien was het ook puur geluk, om te kunnen ontglippen aan alle politie-inspanning. Diep vanbinnen wil iedereen die door hem geïntrigeerd raakt, degene zijn die hem pakt. Ook al weten we stiekem dat het niemand meer gaat lukken.’

Meer dan een eeuw later is het centrum van Londen doorspekt met CCTV-beveiligingscamera’s en kent het politiesysteem een keur aan moderne opsporingstechnologieën. Zijn de tijden veranderd voor een eersteklas-seriemoordenaar?
Zielsgeheim is gebaseerd op de aanname dat een slimme en fortuinlijke moordenaar ooit meerdere keren kon wegkomen met moord. Volgens mij kan dat, in de juiste omstandigheden, zo weer opnieuw gebeuren, ook in hedendaags Londen. In het echte leven zijn seriemoordenaars vaak niet superintelligent en daar kunnen we alleen maar dankbaar voor zijn. Daarom kunnen we ze grijpen. Aan de andere kant, we zouden weleens in de problemen kunnen komen als we net die ene slimme treffen.’

We zien veel Britse folklore of legendes terug in je boeken. In Offerande ging het over de Kunal Trows, een Shetland-legende. In Bezwering kwam bijvoorbeeld de mythologie en historie van slangen aan bod. Jack the Ripper is ook een soort legende. Vanwaar die gewoonte om terug te grijpen naar mysteries in het verleden?
‘Ik ben geïntrigeerd door het idee dat het kwaad ergens blijft sluimeren en nooit écht weggaat, soms zelfs vele jaren lang, totdat het wordt getriggerd door iets kleins en opeens weer terug in beeld komt. En ik vind het leuk om folklore te zien als iets wat op echte gebeurtenissen is gebaseerd. In Offerande zegt een van mijn personages: “In elke legende ligt een kern van waarheid.” Door eigentijdse misdaad te linken aan een legende, verweef ik oud en nieuw “kwaad”met elkaar.’

Word je nooit misselijk van je eigen research naar al die gruwel?
‘Ja, ik kan er weleens lichtelijk van walgen. Volgens mij graven alle thrillerauteurs in een behoorlijk duister terrein. Dat was bij mijn research naar Jack the Ripper niet minder het geval. Maar omdat hij onverdiend een soort anti-heldpositie heeft verworven in onze geschiedenis, vind ik dat ik hem nietkan sparen en de meest gruwelijke details moet laten zien. Geen censuur. Hij was een monsterlijke, meedogenloze moordenaar en dat mogen we nooit vergeten.’

Lacey Flint is een politieagente met ballen. Ze is sterk en ad rem, maar heeft amper een sociaal leven en draagt een zware jeugd met zich mee. Het is het type beschadigde vrouwen dat we vaker terugzien in je boeken. Waarom?
‘Er zijn maar weinig mensen, man of vrouw, die op een zekere leeftijd niet stilstaan bij hoe het leven hen heeft getekend. Ik zou het woord “beschadigd” nooit gebruiken. Ik vind het interessant om te onderzoeken wat voor impact de dingen uit het verleden nu en in de toekomst op iemand hebben. Dat ik geneigd ben om te schrijven over ietwat teruggetrokken types, heeft waarschijnlijk te maken met mijn eigen neiging om zo te leven. Grappig genoeg zijn de mannen in mijn boeken juist allemaal erg populair en sociaal!’

Als lezer wantrouw je Lacey Flint. Je denkt: wat weet ze nog meer over deze Ripper-achtige moorden? Wat heeft ze te verbergen? Je bent op je hoede. Zit dat ook in jouw karakter, om constant op je hoede te zijn?
‘Ik ben iemand die zich continu inbeeldt wat er fout kan gaan, in welke situatie dan ook. Dat maakt me best wel een nerveus persoon. Het heeft net zoveel te maken met een sterke verbeeldingskracht als met de research die ik gedaan heb naar angst, moord en wantrouwen. Wat Lacey betreft ben ik dolblij om te horen dat lezers het gevoel hebben dat ze haar niet kunnen vertrouwen. Daar was ik precies op uit.’

Zouden jullie vriendinnen kunnen zijn?
‘Ik denk dat ik doodsbang zou zijn voor Lacey Flint!’

Toch laat je haar terugkeren in een volgend boek.
‘Sterker nog, dit is pas de start van een vierdelige serie. Mijn hemel, we zijn pas net begonnen met Lacey. Zal Mark haar nu wel vertrouwen of wordt hij weer achterdochtig? Zal Lacey hem ooit dichterbij laten komen? Zal ze het verleden definitief achter zich laten en verdergaan? Zullen de twee gaan samenwerken? In mijn vijfde boek, Dead Scared (verschijnt voorjaar 2013 bij A.W. Bruna Uitgevers, red.) gaat Lacey undercover als studente, het lokaas voor een gewetenloze moordenaar in Cambridge. Ook zien we Evi Oliver en Harry Laycock uit Bloedschande weer terug.’

My favorite things is een lied dat steeds terugkeert op de meest duistere momenten van je nieuwe boek. Laten we het over jouw ‘least favorite things’ hebben. Wat is je grootste angst?
‘Het genadeloos negeren van andermans gevoel, in welke vorm dan ook, blijft mij onverminderd angst inboezemen. Wanneer dat tot gewelddadige extremen leidt, krijg je het ergste soort spanning waar ik het liefst over schrijf. Onheil dat ons verrast, dat we onmogelijk kunnen voorspellen en ons onvoorbereid overkomt, dát is waar ikzelf het bangst van kan worden.’

Vrees je het moment dat je tienjarige zoon jouw boeken gaat lezen?
‘Wat mijn zoon betreft: de appel valt niet ver van de boom. Hij verslindt net zoveel donkere literatuur en populaire cultuur als ik. Toch maak ik me voortdurend zorgen of ik hem niet te vroeg en te veel blootstel aan al dat duistere gedoe. Maar ik vind hem opvallend nuchter overkomen en hij begrijpt zeker de grens tussen fictie en realiteit. Hij gaat naar bed met een Spooks-boek van Joseph Delaney en leest de akeligste dingen voor hij zijn nachtlampje uitdoet, om de volgende ochtend in huilen uit te barsten bij een nieuwsverhaal over doodgeknuppelde zeehondpuppies. Over het algemeen stimuleer ik hem graag om te lezen, over welk onderwerp dan ook. Het zou zo slecht nog niet gaan met onze wereld, als iedereen een lezer zou zijn.’

[isbn]9789400500648[/isbn]

Lees ook:De kunst van het moorden
Lees ook:Mailen met Esther Jacobs (+Win!)
Lees ook:Hoe virtueel is virtueel? Alleen grensgangers weten het…
Lees ook:Maureen Johnson verrast met een spannende thriller
Lees ook:Je eigen carrièreboek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.